Drugs, detentie en een dodelijk ongeval hebben het leven van Rachid Sadoq (43) gevormd. Zonder huis en haard maakte hij moeilijke periodes mee. Drie factoren hielden hem al die tijd op de been: Marokko, voetbal en zijn zoon.

“Mijn problemen zijn begonnen in Brabant. Ik woonde daar en kwam in aanraking met drugs. Ik handelde en wandelde, zal ik maar zeggen. Ik was geen lieverdje. Er ging een hoop geld in om, dat liep in de honderdduizenden. Ik gebruikte zelf ook, dat was bijna onvoorkomelijk. Ik kom uit Marokko: een hasj-land bij uitstek. In 1993 ging het voor de eerste keer mis. Ik werd gepakt voor hasj-handel in Marokko and heb er 1,5 jaar vast gezeten.”

“Ik werkte in die tijd samen met een Hollander. Hij zei op een gegeven moment tegen mij: Rachid, jij bent hier te goed voor. Hij leende me 2000 gulden en zei dat ik een nieuwe start moest maken. Toen ik vrij kwam, ging het even goed. Maar ik was alles kwijtgeraakt toen ik vast zat, en al gauw kwam ik in geldnood. Ik had een uitkering, maar daar kwam ik niet van rond. De verleiding om het weer te doen, was te groot.”

Rachid tijdens de Homeless World Cup in Rio de Janeiro, 2010

Rachid tijdens de Homeless World Cup in Rio de Janeiro, 2010. Foto: Danielle Batist

“In 2003 is mijn zoontje geboren. Dat was het punt waarop ik dacht: nu is het afgelopen. Ik moet een goede vader voor hem zijn. Maar met alleen een uitkering om van rond te komen, kwam ik geld tekort. Ik was niet meer samen met de moeder van mijn zoon, maar wilde hen wel helpen. Daardoor ging ik toch weer terug dat wereldje in.”

“Op een gegeven moment dacht ik: ik moet hier weg. Ik had een andere omgeving nodig, weg uit dat wereldje. Ik ben teruggegaan naar Marokko en heb daar acht maanden in de catering gewerkt. Mijn collega’s daar zeiden: je bent gek. Je hebt een Nederlands paspoort en je komt hierheen om te werken. Wat doe jij hier? Ze begrepen niet dat ik weg moest uit Nederland.”

“Ik heb dat gevoel altijd gehad. Elke paar jaar moet ik een tijdje weg uit Nederland. Als Marokkaan heb je het in Nederland niet makkelijk. Ik heb veel discriminatie meegemaakt. Mensen nemen je niet serieus, ook niet binnen de overheid. Ik heb het vaak zat meegemaakt dat ze zeggen: ‘Ik heb geen respect voor mensen zoals jij’, zonder ook maar naar mijn situatie te kijken. Zelfs binnen mijn voetbalclub heb ik rascisme meegemaakt. Ik werd gewoon niet opgesteld omdat ik Marokkaan was. Mijn drugsgebruik was pure noodzaak voor mij. Als Marokkaan in Nederland heb je hasj nodig om rustig te blijven. Zo was dat wel voor mij.”

“Ik heb moeilijke tijden meegemaakt en kwam tot twee keer toe op straat te staan. Als dakloze worden sommige dingen opeens heel belangrijk, structuur bijvoorbeeld. Je hebt echt een daginvulling nodig, anders word je gek. Voetbal was voor mij structuur. Door te trainen bleef ik fit en positief. Als dakloze is het bijna onmogelijk om te werken. Je hebt al die stress omdat je geen slaapplaats hebt, en je hebt geen prive-plek en geen rust. Als je zo een jaar leeft, zoals ik deed, is sport echt je redding.”

“In 2005 verhuisde ik naar Den Haag. Ik wilde een nieuwe start maken, zonder drugs. Ik werkte een tijd bij een grofvuilverwerkingsbedrijf en dat ging goed. Ik sliep bij een vriend. Totdat ik op mijn werk mijn enkel verzwikte en thuis kwam te zitten. Ik werkte via een uitzendbureau en kreeg 43 euro per week. Eerst dacht ik dat ze een foutje hadden gemaakt, maar dat bleek echt zo te zijn. In de wet staat dat je als uitzendkracht eerst 13 weken moet werken voor dat je 100 procent uitbetaald krijgt, en dat had ik nog niet. Die zogenaamde vriend zette me eruit en daar stond ik dan. Op straat, met een mank been en geen plek om naartoe te gaan. Ik kwam in de nachtopvang terecht.”

“Ik ben door diepe dalen gegaan, maar ik heb nooit opgegeven. Dat zit niet in me.”

“Terwijl ik dakloos was, stuurde de politie me verkeersboetes die ik niet kon betalen. Ik wilde niet dat ze achter me aankwamen, want ik reed in die tijd ook wel eens met coke of hasj in de rondte. Ze hebben me nooit gepakt in Nederland. De truc is om je koest te houden. Veel jongens maakten de fout om dure wagens te gaan rijden en veel geld uit te geven. Dan val je op en pakken ze je zo. Ik ben altijd rustig gebleven en heb nooit gekke dingen gedaan. Dan vinden ze je niet.”

Rachid pitch-side at Copacabana Beach, Rio de Janeiro.

Rachid langs het veld opCopacabana Beach, Rio de Janeiro.

“Ik ben door diepe dalen gegaan, maar ik heb nooit opgegeven. Dat zit niet in me. Zelfs niet als ik geldproblemen had, omdat ik bijvoorbeeld zeven maanden lang geen uitkering kreeg. Dan had ik op papier te veel bezittingen, omdat er auto’s op mijn naam stonden. Ik deed wat in de autohandel, maar ik ben alles kwijtgeraakt doordat ik de verkeerde mensen vertrouwde. Zo ging het steeds met mij: soms had ik alles, en soms had ik niks. Zo is mijn leven altijd geweest.”

“In 2007 liepen de spanningen in Nederland weer te hoog op. Ik besloot weer een tijdje naar Marokko te gaan. Ik had een uitkering en had net genoeg voor een enkele busreis. Ik verbleef bij mijn moeder in ons huis in Marokko. Ik heb een goede opvoeding gehad en heb een sterke band met mijn familie. Ik voel me altijd veel rustiger in Marokko. Na zes weken was ik weer opgeladen en was ik klaar om terug naar dat koude kikkerlandje te gaan.”

“Op de avond voor vertrek ging ik nog even met de auto langs wat vrienden en familie om gedag te zeggen. Het was rond half elf en het was donker op de weg waar ik op reed. Opeens hoorde ik een klap. Ik stopde de auto en zag een scooter op de weg liggen. De bestuurder lag ernaast, hij was zwaargewond. Op dat moment leefde hij nog, maar voordat de ambulance er was, was hij overleden. Ik was in blinde paniek, ik dacht dat ik hem had aangereden. Later bleek dat hij uit een zijstraat was gekomen en mij aanreed, in plaats van andersom. Een vrouw die op haar balkon zat, zag alles gebeuren. Als je als moslim onrecht ziet, moet je daar volgens het geloof iets van zeggen. Als die vrouw niet naar beneden was gekomen om een verklaring af te leggen, was het misschien heel anders gelopen.”

Ondanks haar verklaring, werd ik toch gearresteerd. Door allerlei bureaucratie heb ik wee maanden vastgezeten in Marokko voordat ze me lieten gaan. Iemand anders zou daar misschien heel kwaad om zijn geweest, maar ik heb het geaccepteerd. Ik ben geen praktiserend moslim, maar ik ben wel gelovig, en ik geloofde dat dit mij moest overkomen. In de gevangenis had ik veel tijd om na te denken. Ik zei tegen mezelf: Rachid, wat gebeurd is, is gebeurd. Je moet je aanpassen aan elke situatie, hoe moeilijk die ook is.”

“Ik heb allerlei hulptrajecten doorlopen in Nederland. Van een afkickkliniek tot aan maatschappelijk werk en gedragstherapie. Sociaal werkers verwezen me door naar al die dingen, zelf zag ik er het nut niet van in. Uiteindelijk heb ik er toch wel wat aan gehad, vooral de rust. Als je op straat leeft, heb je nooit rust. In zo’n kliniek kun je even bijkomen. Dat was goed voor mij. Maar na een paar maanden sturen ze je gewoon weer de straat op, zonder nazorg. Dan sta je er weer alleen voor.”

“Als je op straat leeft, heb je nooit rust. In zo’n kliniek kun je even bijkomen. Dat was goed voor mij.”

“Sinds november werk ik bij het Leger des Heils, via het Werk voor Iedereen-project. Ik verdien 1 euro per uur, maar het houdt je lekker bezig de hele week. Ik was eerst chauffeur van de wasserette, en nu ben ik gepromoveerd tot chauffeur van de inventariswinkel. Als mensen naar een bejaardetehuis gaan of overlijden en de familie doneert de inboedel aan het Leger Des Heils, ga ik met een bus die spullen ophalen. Dat vind ik hartstikke leuk. De mensen bij het Leger des Heils waarderen mij om wie ik ben.”

“Via het Leger des Heils en een aantal jongens die ik daar kende, hoorde ik over de Dutch Homeless Cup. In eerste instantie was ik niet geselecteerd voor het team, maar op het laatste moment vroegen ze of ik mee wilde doen. Toen we Nederlands kampioen werden en hoorden dat we naar Rio gingen voor het WK, was ik heel trots. We werden gehuldigd in het ADO Den Haag stadion. Mijn zoontje was erbij en hij vond het geweldig. Voordat we met het team naar Brazillie vertrokken, zei ik tegen hem: ‘je vader mag uitkomen voor Nederland op een wereldkampioenschap. Dat kan niet iedereen zeggen.”

“De Homeless World Cup was een waanzinnig gebeuren. Het is een prachtige ervaring die ik erbij heb gekregen. Het is een gevoel dat niet te beschrijven is. Ik ben de jongste niet meer, en om op mijn leeftijd nog zo iets te mogen meemaken is echt vet. Ik ben door diepe dalen gegaan, maar ik heb altijd vertrouwen gehad. Ik denk dat ik alles voor een reden meemaak. Mijn leven heeft zo moeten zijn.”