De magie van de Ierse ‘mighty craic’
Een volk dat het voor elkaar krijgt om pubs in zo’n beetje elke grote stad ter wereld te planten. Pubs waar –hoe ver van het thuisfront dan ook- altijd het lokale bier op tap is. Waar altijd iemand achter de bar staat die de taal des vaderlands spreekt. En waar zo goed als alle sportwedstrijden van de thuisclubs live worden uitgezonden. Zo’n volk moet wel de moeite van het bezoeken waard zijn. Het is een kwestie van een uurtje vliegen. Naar Dublin, om precies te zijn.
Bron: Spits, 26 juni 2009

Het artikel op de reispagina’s van dagblad Spits, 26 juni 2009
Staat Ierland bij de meeste Nederlanders vooral nog bekend om de tijden van de ‘troubles’ met Noord-Ierland, veel Britten hebben het land in de laatste jaren uitgeroepen tot de ideale locatie voor een vrijgezellenweekend. De belangrijkste reden: in Ierland, en Dublin in het bijzonder, is het altijd feest. Plus: de laatste jaren zijn de europrijzen op het eiland zo enorm gestegen dat een bezoek eigenlijk alleen te verantwoorden is als er iets te vieren valt.
Bij aankomst in Dublin blijken alle voorspellingen waar. Al op het vliegveld zijn de groepen luidruchtige mannen en giechelende meiden van ver te spotten. Zo’n zes tot acht twintigers, waarvan er een gekleed is in een ouderwets zwempak met opblaasbandjes, een blonde pruik en een glitter BH of iets anders in de categorie ‘zet mij maar voor gek’. Ze hebben één ding gemeen met het grootste deel van de overige passagiers die op vrijdagmiddag tegen zessen het vliegtuig uitstappen: de eindbestemming voor vandaag is Temple Bar: hét uitgaansgebied van de stad.
Net ten zuiden van de rivier Liffey, die de stad in tweeën deelt, daar moet je zijn. De gastvrouw van het hotel in de rustige buitenwijk Ballsbridge zegt erbij dat we het heen wel kunnen lopen, maar terug beter niet. Op de vraag of het dan te gevaarlijk is, antwoordt ze lachend: “Nee, absoluut niet, maar na een avondje Temple Bar kunnen de meeste mensen niet meer op hun benen staan!”
Dat blijkt, later op de avond, als menig kroegtijger zich waggelend over de keien van de smalle straatjes voorbeweegt. Gelukkig zijn er ook genoeg iets minder laveloze opties in deze bruisende stad. Net buiten de Temple Bar bijvoorbeeld, in ‘The International’. Beneden lijkt deze kroeg in Wicklow Street zich niet veel te onderscheiden van menig andere Ierse pub, maar het geheim zit hem in het barretje op zolder: daar vindt een paar avonden per week comedy night plaats. Na een paar minuten wennen aan het Ierse accent is zo’n avond ‘lachen met de locals’ succes verzekerd: de Ieren zijn behalve gepassioneerde bierdrinkers ook geweldige grappenmakers.
Wie tijd en geld heeft kan zonder problemen een week in Dublin spenderen. Maar mochten de biertjes voor 6 of 7 euro iets te diep op het budget inhakken, dan is de uitweg nabij. In Donegal, de meest noordwestelijke provincie van Ierland. Met een huurauto vanaf Dublin (inclusief cd-speler met Irish Drinking Songs) bereik je in een paar uur Omagh. Deze stad in Noord-Ierland wordt nog steeds vaak in een adem genoemd met de bomaanslag die er in 1998 plaatsvond. De aanslag, opgeëist door een splinterbeweging van de IRA, veroorzaakte 29 doden en 220 gewonden.
Inmiddels is er van spanningen tussen Ierland en haar buurland niet veel meer voelbaar. Hoewel ‘de kwestie’ voor veel Ieren nog altijd deel uitmaakt van hun leven, heeft het vredesakkoord grenzen doen vervagen. De enige markeringen zijn de veranderingen van eenheden op de snelheidsborden (van kilometers in Ierland naar miles in Noord-Ierland) en prijzen (van euro’s naar ponden). Even opletten dus, als je besluit in Noord-Ierland te tanken of je snelheid aan te passen.

Donegal, Ierland. Foto: Danielle Batist
Op een stukje tolweg rondom Dublin na bestaat het noorden van Ierland vooral uit provinciale wegen. Over het algemeen goed begaanbaar, al is het al linksrijdend wel even opletten in de vele onoverzichtelijke bochten. Eenmaal voorbij Dunfanaghy is de trip het dubbel en dwars waard: de prachtigste landschappen doemen links en rechts op. Heuvels, bergen, dan weer uitgestrekte vlaktes en ruige kustlijnen: dit stuk van Ierland is adembenemend.
Om na zo’n dag roadtrippen aan te komen in een van de vele kleine Bed & Breakfasts, waar gastvrouw ‘Auntie Betty’ een vers Irish bread in de turfoven schuift, is alsof je zo een filmset bent op gestapt. Rookpluimen kringelen uit de schoorsteen omhoog, terwijl de man des huizes de pinten Guinness tapt en zijn gitaar tevoorschijn haalt. Het is wat de Ieren noemen ‘mighty craic’, oftewel ongekende gezelligheid. Die ze maar al te graag voor een weekend met je delen.
Reiswijzer
- Vliegen naar Ierland is met dank aan de prijsvechters zeer betaalbaar. Met Ryainair vlieg je vanaf Eindhoven voor enkele tientjes (inclusief toeslagen) heen en weer naar Dublin en ook de Ierse budgetmaatschappij Air Lingus heeft regelmatig stuntaanbiedingen vanaf Amsterdam naar Dublin of Cork, in het zuiden van Ierland.
- Autohuur in Ierland is vrij prijzig, maar zeker in het noordwesten de enige manier om de vele kleine kustplaatsjes te bezoeken. Het openbaar vervoer is buiten de grote steden beperkt en bussen volgen vooral de hoofdroutes.
- In het algemeen geldt dat Ierland een stuk duurder is dan Nederland. Een pint kost minimaal 5, maar soms wel 7 euro, en ook voor een krat bier in de supermarkt betaal je zo’n 20 euro. Ook overige boodschappen en horeca zijn prijzig.
- Hotels en hostels in Dublin en Bed & Breakfasts in de rest van Ierland zijn vaak goedkoper als je ze via internet boekt. Op bijvoorbeeld http://www.visitdublin.ie en http://www.lonelyplanet.com/worldguide/ireland staan recensies en achtergronden en kun je online boeken.